
Het is bekend: we leven in West Europa al een tijdje in een crisis situatie. Sommigen weten ons te vertellen dat het zelfs een meervoudige crisis is: niet alleen financieel maar ook op het gebied van voedsel, grondstoffen, energie & klimaat, ja zelfs op moreel gebied. Volgens Jan Rotmans echter moeten we die crises beschouwen als een zegen. Ze scheppen de noodzakelijke voorwaarden voor de transitie die nodig is. Het woord crisis is afgeleid van het oud-Griekse werkwoord κρινομαι, waarvan de betekenis samengevat kan worden als ‘moment van de waarheid’. Een moment waarop we keuzes (moeten) maken die van grote invloed zijn op de toekomst. Een crisis is daarmee dus, precies zoals Rotmans betoogt, een opening naar de toekomst, een kans. Maar voor velen ook een bedreiging. Omdat je niet precies weet welke kant het op gaat kiezen zij voor afwachten, luiken dicht, hand op de knip. Een aantal zaken is bekend: de toekomst zal een stuk duurzamer moeten zijn dan nu. En de toekomst is aan decentraal, de grote structuren verliezen hun betekenis. Daarom zijn de nieuwe trefwoorden: adaptief, tijdelijk, decentraal en duurzaam. Aanpassen aan veranderingen, veerkracht, robuust. Tijdelijk anders bestemmen. Lokale voorzieningsstructuren zodat niet bij een crash de hele samenleving uitvalt.
De klimaatverandering zet door, dat is zo goed als zeker. Daarom zullen we ons aan moeten passen. Eindeloos dijken verhogen kan niet, zeker niet in de rest van de wereld. En dat terwijl de meerderheid van de mensheid in deltagebieden woont. Gebieden die zullen overstromen als de zeespiegel rijst. Vandaar dat drijvend bouwen, wonen en werken op het water, de wetenschap en technologie, de praktische kennis die daarvoor nodig is, bij uitstek kansen zijn voor Nederland als maritieme natie, als export land. En als je dat drijvend bouwen combineert met decentrale energie-opwekking en lokale bereiding van drinkwater, zuivering van afvalwater en eventueel lokale of regionale voedselvoorziening, dan koers je af op de drijvende dorpen waar we in Pampushaven een begin mee willen maken. Waarbij we ook nog eens een belangwekkend stuk varend erfgoed, namelijk de oudere vrachtschepen van 40 tot 100 meter, een tweede leven bezorgen. Het Markermeer schijnt zelfs aangewezen te zijn door de Rijksoverheid als gebied voor drijvend wonen.
Op verschillende plekken in Nederland wordt gewerkt aan de bouwstenen die nodig zijn voor dergelijke drijvende dorpen. Zo is Ad van Wijk in Delft bezig met de realisatie van de Green Campus, deels opgebouwd uit zeecontainers, de succesvolle standaard legosteen uit de 20e eeuw. En Jan Rotmans en consorten gaan dit jaar de Rijnhaven in Rotterdam vol leggen met drijvende bomen, zwembaden, hockeyvelden en andere bouwwerken. Niet alleen vanuit de wetenschap maar ook vanuit het bedrijfsleven worden initiatieven ontplooid. Ontwerp- en Adviesbureau DeltaSync richt zich helemaal op wat zij noemen ‘floodproof verstedelijking’. Een van de concepten waar ze aan werken is een Drijvende Nuts Eenheid. KEMA, Liander en TenneT zijn de initiatiefnemers van Watt connects en richten zich op slimme energienetwerken. Stichting Gelijkspanning wil de voordelen van gelijkstroom beter over het voetlicht brengen. Waterarchitect van Bueren ontwikkelt onder meer drijvende stadskassen. Zie ook Ecoboat. Ooms is al langer bekend van de wat meer traditionele waterwoningen. Maar ook gewone mensen verenigen zich rond het thema drijvend wonen en werken en richten collectieven op om samen drijvende wijken te bouwen, bijvoorbeeld Duurzaam Drijvend Wonen in Watergraafsmeer.